ECLI:NL:CRVB:2005:AS9738
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring wegens niet-betalen griffierecht
In deze zaak gaat het om een verzet tegen de niet-ontvankelijkverklaring van een beroep dat door de opposant was ingesteld. De Centrale Raad van Beroep had op 27 mei 2004 het beroep van de opposant tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 7 november 2003 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. De opposant heeft op 28 juni 2004 verzet aangetekend tegen deze uitspraak, welke door de Raad op 20 januari 2005 is behandeld. De opposant was niet verschenen, terwijl de geopposeerde, het bestuur van de Stichting het Gebaar, zich had laten vertegenwoordigen door mr. S. Verhage, advocaat te Den Haag.
De opposant heeft in zijn verzet aangevoerd dat hij door een samenloop van omstandigheden, waaronder werkloosheid en de ziekenhuisopname van zijn vrouw, niet in staat was het griffierecht te voldoen. De Raad heeft deze omstandigheden echter niet als voldoende geacht om het verzet gegrond te verklaren. De Raad oordeelt dat de door de opposant geschetste omstandigheden voor zijn rekening en risico komen, en dat er geen grond is om het verzet te honoreren.
De Centrale Raad van Beroep heeft vervolgens, met toepassing van artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht, besloten het verzet ongegrond te verklaren. Tevens zijn er geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb. De uitspraak is gedaan door mr. C.G. Kasdorp als voorzitter en mr. G.L.M.J. Stevens en mr. H.R. Geerling-Brouwer als leden, in aanwezigheid van mr. A.D. van Dissel-Singhal als griffier, en is openbaar uitgesproken op 3 maart 2005.