ECLI:NL:CRVB:2005:AT1882
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- J. Janssen
- D.J. van der Vos
- G.J.H. Doornewaard
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 maart 2005 uitspraak gedaan over het verzet van een opposant tegen een eerdere niet-ontvankelijk verklaring. De opposant had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, maar dit beroep was niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet tijdig was betaald. De opposant heeft vervolgens verzet aangetekend, waarin hij stelde dat hij het griffierecht op 3 juli 2003 per internationale postwissel had betaald. Deze postwissel werd echter geweigerd en het bedrag werd teruggestort door de bank.
Tijdens de zitting op 28 januari 2005 zijn partijen niet verschenen. De Raad heeft vastgesteld dat de opposant niet heeft aangetoond dat het griffierecht daadwerkelijk is betaald. Ondanks zijn beweringen over de betaling, heeft de Raad geen bewijs ontvangen dat de opposant het verschuldigde bedrag per aangetekend schrijven heeft verzonden. De Raad concludeert dat de opposant in verzuim is geweest en dat er geen grond is om het verzet gegrond te verklaren.
De Centrale Raad van Beroep heeft het verzet ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door mr. J. Janssen als voorzitter en mr. D.J. van der Vos en mr. G.J.H. Doornewaard als leden, in tegenwoordigheid van J.E. Meijer als griffier. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 11 maart 2005.