ECLI:NL:CRVB:2005:AT2874
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.C.M. van Laar
- L.H. Vogt
- Rechtspraak.nl
Overschrijding termijn indienen bezwaarschrift in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door E.J. Wijnen van Administratiekantoor Wijnen te Groningen, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Groningen van 25 augustus 2004. De rechtbank had het beroep ongegrond verklaard, omdat appellant de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift had overschreden. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 24 februari 2005, maar gedaagde is niet verschenen.
De Centrale Raad van Beroep heeft zich gebogen over de vraag of de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar door gedaagde terecht was. Appellant had zijn bezwaar ingediend na de wettelijke termijn van zes weken, zoals vastgelegd in de artikelen 6:7, 6:8, 6:9 en 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden die appellant aanvoerde, zoals het overlaten van de bezwaarprocedure aan zijn boekhouder en zijn drukke werkzaamheden als arts, niet voldoende waren om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.
De Centrale Raad van Beroep heeft het oordeel van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De Raad heeft geen aanleiding gezien om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding werd toegekend.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep de uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarmee het hoger beroep van appellant werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gedaan op 17 maart 2005.