ECLI:NL:CRVB:2005:AT3187
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- C.G. Kasdorp
- E. Heemsbergen
- Rechtspraak.nl
Niet-tijdige indiening van verzetschrift in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 maart 2005 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposant had eerder een beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, dat op 29 maart 2002 was genomen. Dit beroep werd op 18 september 2003 niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De opposant heeft hiertegen verzet aangetekend, dat op 6 juli 2004 ter griffie van de Raad werd ontvangen. De behandeling van het verzet vond plaats op 3 februari 2005, waarbij de opposant niet aanwezig was, terwijl de geopposeerde werd vertegenwoordigd door T.N.L.C. van Wickevoort Crommelin.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de termijn voor het indienen van een verzetschrift, voor personen die in het buitenland wonen, dertien weken bedraagt. Deze termijn begint te lopen op de dag na de bekendmaking van de uitspraak aan de belanghebbende. De Raad concludeert dat het verzetschrift niet tijdig is ingediend, omdat het niet voor het einde van de termijn was ontvangen. Bovendien is er geen reden om aan te nemen dat de opposant niet in verzuim is geweest, aangezien hij niet heeft gereageerd op een verzoek om uitleg over de termijnoverschrijding.
De Centrale Raad van Beroep heeft daarom het verzet niet-ontvankelijk verklaard, zonder toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenveroordeling plaatsvond. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van juridische documenten en de gevolgen van verzuim in bestuursrechtelijke procedures.