ECLI:NL:CRVB:2005:AT3271
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Afwijzing erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van gebrek aan letsel door oorlogscalamiteiten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 maart 2005 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiseres, die verzocht om erkenning als burger-oorlogsslachtoffer, en de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, die dit verzoek had afgewezen. Eiseres, geboren in 1930 in het voormalige Nederlands-Indië, had gezondheidsklachten ingediend, waaronder knie- en rugklachten, die zij toeschreef aan haar oorlogservaringen tijdens de Japanse bezetting. De verweerster had echter vastgesteld dat eiseres niet voldeed aan de wettelijke eis van lichamelijk en/of psychisch letsel als gevolg van oorlogscalamiteiten, wat leidde tot de afwijzing van haar aanvraag.
De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat, hoewel eiseres was getroffen door oorlogsgeweld, er geen bewijs was dat haar klachten direct verband hielden met haar internering of de oorlogservaringen. De knieklachten waren pas 24 jaar na de vermeende verwondingen behandeld, en de rugklachten waren pas op latere leeftijd gemeld. De Raad baseerde zijn oordeel op medisch advies dat was ingewonnen tijdens de bezwaarprocedure, waaruit bleek dat de klachten niet konden worden toegeschreven aan de oorlogservaringen.
Uiteindelijk oordeelde de Raad dat het bestreden besluit van de verweerster in rechte stand kon houden en verklaarde het beroep van eiseres ongegrond. De Raad achtte geen termen aanwezig voor een vergoeding van proceskosten, en de uitspraak werd openbaar gemaakt op 17 maart 2005.