ECLI:NL:CRVB:2005:AT3299
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Oordeel over verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroepschrift in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 maart 2005 uitspraak gedaan in het kader van een verzetprocedure. De opposante had eerder een beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, maar dit beroep was niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De opposante heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, waarbij zij aanvoerde dat haar depressieve toestand en angst om voor instanties te verschijnen de reden waren voor het verzuim.
De Raad heeft het verzet behandeld op 3 februari 2005, waarbij de opposante niet aanwezig was. De geopposeerde, vertegenwoordigd door mr. A. den Held, heeft de zaak toegelicht. De Raad heeft vastgesteld dat de opposante in haar verzet geen nieuwe gronden heeft aangevoerd die de niet-ontvankelijkheid van haar beroep zouden kunnen rechtvaardigen. De door haar aangevoerde redenen werden niet als voldoende geacht om het verzuim te accepteren.
De Raad concludeert dat er geen gegevens zijn die erop wijzen dat de opposante gedurende de gehele beroepstermijn niet in staat was om een beroepschrift in te dienen. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard. De Raad heeft ook geen termen gezien om proceskosten toe te kennen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. G.L.M.J. Stevens, met J.P. Schieveen als griffier.