ECLI:NL:CRVB:2005:AT3536

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
16 maart 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
03/2925 NABW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Th.G.M. Simons
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overschrijding hoger beroepstermijn zonder verschoonbare reden door stroomstoring

In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. R. van Asperen, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Groningen van 2 april 2003. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep wegens overschrijding van de hoger-beroepstermijn. De hoger-beroepstermijn begon op 3 april 2003 en eindigde op 15 mei 2003. Appellante heeft op 5 mei 2003 een hoger-beroepschrift per fax verzonden, maar dit is door een stroomstoring niet ontvangen door de Raad. Op 17 juni 2003 heeft mr. Van Asperen opnieuw het hoger-beroepschrift gefaxt, maar dit gebeurde pas na het verstrijken van de termijn.

De Centrale Raad van Beroep overweegt dat het risico van verzending per fax bij de verzender ligt. Aangezien het hoger-beroepschrift niet op de juiste datum is ontvangen, is de termijnoverschrijding vastgesteld. De Raad concludeert dat er geen verschoonbare reden is voor de termijnoverschrijding, omdat mr. Van Asperen pas na het verstrijken van de termijn contact heeft opgenomen met de griffie van de Raad. Daarom wordt het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

De uitspraak is gedaan door mr. drs. Th.G.M. Simons, met C.H.T.W. van Rooijen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 16 maart 2005.

Uitspraak

03/2925 NABW
U I T S P R A A K
in het geding tussen:
[appellante], wonende te [woonplaats], appellante,
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Delfzijl, gedaagde.
I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING
Namens appellante heeft mr. R. van Asperen, advocaat te Groningen, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 2 april 2003, reg.nr. 01/177 NABW.
Gedaagde heeft een verweerschrift ingediend.
Het geding is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 2 februari 2005, waar partijen - met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
II. MOTIVERING
In het verweerschrift heeft gedaagde aangevoerd dat het hoger beroep wegens overschrijding van de hoger-beroepstermijn niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Naar aanleiding daarvan overweegt de Raad het volgende.
Niet in geschil is dat aan partijen op 2 april 2003 een afschrift van de aangevallen uitspraak is gezonden. De hoger-beroepstermijn ving derhalve aan op 3 april 2003 en eindigde op 15 mei 2003.
Op 17 juni 2003 heeft mr. Van Asperen bij de griffie van de Raad telefonisch geïnformeerd naar de ontvangstbevestiging van het door hem bij faxbericht van 5 mei 2003 aan de Raad gefaxte hoger beroepschrift. Nadat aan hem was medegedeeld dat op 5 mei 2003 noch nadien bij de Raad een op de aangevallen uitspraak betrekking hebbend hoger-beroepschrift was ontvangen, heeft mr. Van Asperen op 17 juni 2003 het hoger-beroepschrift (opnieuw) aan de Raad gefaxt.
Uit een bij de Raad ingesteld intern onderzoek is gebleken dat het op 5 mei 2003 door mr. Van Asperen gefaxte hoger-beroepschrift als gevolg van een stroomstoring niet bij de Raad is ontvangen. Die bevinding vindt steun in het gegeven dat het op 17 juni 2003 (opnieuw) gefaxte hoger-beroepschrift bovenaan een verzendbevestiging van de faxapparatuur van het kantoor van mr. Van Asperen bevat met de datum 5 mei 2003 en de vermelding “foutpagina”.
Nu volgens vaste rechtspraak het risico van verzending per fax bij de verzender ligt, moet de Raad vaststellen dat de hoger-beroepstermijn is overschreden.
Dat de termijnoverschrijding verschoonbaar zou zijn, is niet gebleken. In dit verband merkt de Raad op dat mr. Van Asperen eerst op 17 juni 2003, en daarmee na het verstrijken van de termijn, zich tot (de griffie van) de Raad heeft gewend.
Het hoger beroep dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door mr. drs. Th.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van C.H.T.W. van Rooijen als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 16 maart 2005.
(get.) Th.G.M. Simons.
(get.) C.H.T.W. van Rooijen.
EK2503