ECLI:NL:CRVB:2005:AT3548
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.G.M. Simons
- Rechtspraak.nl
Vernietiging uitspraak rechtbank wegens niet verschoonbare termijnoverschrijding in bezwaarprocedure
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle van 21 mei 2003, waarin zijn beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle werd afgewezen. Het College had eerder, op 13 november 2001, het recht op bijstand van appellant opgeschort en dit besluit later, op 15 februari 2002, met terugwerkende kracht ingetrokken. Appellant maakte bezwaar tegen het opschortingsbesluit, maar het College verklaarde dit bezwaar op 17 september 2002 niet-ontvankelijk wegens een niet verschoonbare termijnoverschrijding. De rechtbank bevestigde deze beslissing, maar appellant ging in hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de rechtbank ten onrechte oordeelde dat er geen procesbelang meer was, omdat appellant aanspraak maakte op schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente over de nabetaalde uitkering. De Raad corrigeerde ook de rechtbank door te stellen dat deze zich vergiste in de datum van het bezwaarschrift waarop het College had beslist. De Raad concludeerde dat het College terecht had geoordeeld dat er sprake was van een niet verschoonbare termijnoverschrijding, maar dat de rechtbank niet goed had gehandeld door het beroep van appellant niet-ontvankelijk te verklaren.
De Raad heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep tegen het besluit van 17 september 2002 ongegrond verklaard. Tevens werd bepaald dat de gemeente Zwolle het door appellant betaalde griffierecht van € 87,-- dient te vergoeden. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. drs. Th.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van C.H.T.W. van Rooijen als griffier, op 16 maart 2005.