ECLI:NL:CRVB:2005:AT3608
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J.S. Spaas
- J.W. Schuttel
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Vijfdejaarsherbeoordeling van het recht op WAZ-uitkering
In deze zaak gaat het om de vijfdejaarsherbeoordeling van het recht op een WAZ-uitkering van appellante, die sinds 31 augustus 1994 een uitkering ontvangt op basis van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW). De uitkering is per 1 januari 1998 omgezet naar een WAZ-uitkering. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 28 februari 2002, waarin haar bezwaar ongegrond werd verklaard. De zaak is behandeld op de zitting van de Raad op 22 februari 2005, waar partijen niet zijn verschenen.
Appellante stelt dat haar psychische beperkingen zwaarder zijn dan door het Uwv is aangenomen en dat haar arbeidsongeschiktheid op een te laag percentage is vastgesteld. Dit wordt onderbouwd met een rapport van psychiater M. Kazemier van 11 april 2001, dat als medische contra-expertise is ingediend. De Raad oordeelt dat het bestreden besluit niet in stand kan blijven en dat het Uwv een nieuw besluit op bezwaar moet nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak.
De Raad heeft ook overwogen dat gedaagde, het Uwv, in de proceskosten van appellante moet worden veroordeeld. De kosten worden begroot op € 644,- voor verleende rechtsbijstand in zowel de eerste aanleg als in hoger beroep. De uitspraak van de Raad is gedaan op 5 april 2005, waarbij de Raad de eerdere uitspraak van de rechtbank Dordrecht vernietigt en het beroep tegen het bestreden besluit gegrond verklaart.