ECLI:NL:CRVB:2005:AT3825
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- N.J. Van Vulpen-Grootjans
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale verzekeringspremies van bestuurder van failliet verklaard transportbedrijf
In deze zaak gaat het om de hoofdelijke aansprakelijkheid van appellant, die van 1 juli 1990 tot en met 30 juni 1993 bestuurder was van het failliet verklaarde transportbedrijf [naam bedrijf] B.V. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Maastricht, die de aansprakelijkheidstelling door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had bevestigd. De rechtbank had geoordeeld dat de premievaststelling over de jaren 1991 tot en met 1993 op goede gronden was gedaan, maar appellant was het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld.
De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv bij besluit van 8 maart 2001 de aansprakelijkheidstelling gedeeltelijk gegrond had verklaard, maar appellant was het niet eens met de hoogte van het bedrag dat aan hem was opgelegd. De Raad heeft de argumenten van appellant en gedaagde in overweging genomen en geconcludeerd dat de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd moet worden. De Raad oordeelt dat het Uwv bij de berekening van de verschuldigde premie voldoende zorgvuldigheid heeft betracht, maar dat de hoogte van de aansprakelijkstelling niet correct was vastgesteld.
De Raad heeft de aansprakelijkheid van appellant vastgesteld op een lager bedrag dan eerder was opgelegd, namelijk € 14.281,06. Tevens heeft de Raad het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 1.288,--. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van bestuurders in faillissementen en de mogelijkheden voor het Uwv om premies te vorderen, zelfs na een faillissement. De uitspraak is gedaan in het openbaar op 24 maart 2005.