ECLI:NL:CRVB:2005:AT4458
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.L.M.J. Stevens
- J.P. Schieveen
- Rechtspraak.nl
Weigering toekenning periodieke uitkering als burgeroorlogsslachtoffer wegens gebrek aan lichamelijk en/of psychisch letsel
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 april 2005 uitspraak gedaan in het geding tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar broer B.C. Simons, en de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiseres had een aanvraag ingediend om erkend te worden als burgeroorlogsslachtoffer en om in aanmerking te komen voor een periodieke uitkering en bijzondere voorzieningen, naar aanleiding van gezondheidsklachten die zij zou hebben opgelopen door oorlogsgeweld tijdens de Japanse bezetting en de Bersiap-periode. De verweerster had eerder een besluit genomen waarin de aanvraag werd afgewezen, omdat er geen blijvende lichamelijke of psychische invaliditeit was vastgesteld die het gevolg was van de ondervonden oorlogscalamiteiten.
De Raad heeft het bestreden besluit in rechte stand gehouden en het beroep ongegrond verklaard. De Raad oordeelde dat de medische adviezen van geneeskundig adviseurs van de Pensioen- en Uitkeringsraad, die concludeerden dat er geen sprake was van blijvende invaliditeit, goed onderbouwd waren. De Raad heeft vastgesteld dat de psychische klachten van eiseres niet gerelateerd waren aan de oorlogservaringen, maar eerder voortkwamen uit andere medische omstandigheden, zoals een eerder ontdekte hersentumor. De lichamelijke klachten van eiseres, waaronder suikerziekte en knieklachten, waren eveneens niet gerelateerd aan de oorlogservaringen.
De Raad heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de juistheid van de conclusies van de geneeskundig adviseurs en heeft besloten dat er geen termen aanwezig waren voor een vergoeding van proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van medische onderbouwing bij aanvragen voor uitkeringen op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945.