ECLI:NL:CRVB:2005:AT4498
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.L.M.J. Stevens
- J.P. Schieveen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van voorzieningen voor erkende oorlogsgetroffene op basis van medische klachten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 april 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres, erkend als oorlogsgetroffene, en de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. De eiseres had aanvragen ingediend voor een periodieke uitkering en bijzondere voorzieningen op basis van lichamelijke en psychische klachten, die zij in verband bracht met haar internering tijdens de Japanse bezetting van het voormalige Nederlands-Indië. De verweerster had echter de aanvragen afgewezen, met de motivering dat de klachten niet in verband stonden met de ondergane vervolging, maar door andere oorzaken waren ontstaan of verergerd.
De eiseres had in beroep de afwijzing bestreden en betwist dat haar klachten niet gerelateerd waren aan de vervolging. De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting waar de eiseres niet aanwezig was, maar de verweerster was vertegenwoordigd. De Raad heeft de medische adviezen van geneeskundig adviseurs van de Pensioen- en Uitkeringsraad in overweging genomen, die concludeerden dat de klachten van de eiseres voornamelijk voortkwamen uit genetische predispositie en andere niet-oorlogsgerelateerde factoren.
De Raad heeft vastgesteld dat de bestreden besluiten van de verweerster naar behoren waren voorbereid en gemotiveerd. De eiseres had geen overtuigende medische onderbouwing voor haar stellingen en de Raad oordeelde dat de verweerster terecht had geoordeeld dat er geen doorlopende lijn van gebitsproblemen was sinds de oorlog. De Raad verklaarde de beroepen ongegrond en oordeelde dat er geen termen waren voor een proceskostenvergoeding.