ECLI:NL:CRVB:2005:AT4522
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.G.M. Simons
- Rechtspraak.nl
Vermogensgrens bijstandswet overschreden door op naam staande auto's
In deze zaak hebben appellanten, vertegenwoordigd door mr. A. Lina en later mr. M.L. Grootendorst, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch. De rechtbank had eerder het beroep van appellanten ongegrond verklaard met betrekking tot een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven, dat hen betrof. De zaak draait om de vaststelling dat de vermogensgrens, zoals bedoeld in de Algemene bijstandswet (Abw), werd overschreden door de waarde van op naam van appellanten staande voertuigen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 7 maart 2005, waarbij appellanten niet verschenen. Gedaagde werd vertegenwoordigd door drs. E.M. Vrijsen. In hoger beroep hebben appellanten de eerdere uitspraak bestreden en hun eerdere beroepsgronden herhaald. De Raad heeft de argumenten van appellanten overwogen, maar kwam tot de conclusie dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de waarde van de Renault Twingo en de Mercedes, beide op naam van appellanten, als onderdeel van hun vermogen moesten worden beschouwd.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 18 april 2005 door mr. drs. Th.G.M. Simons, met L. Jörg als griffier. De Raad verwijst naar de eerdere uitspraak voor de relevante feiten en omstandigheden, waarbij werd vastgesteld dat appellanten op de in geding zijnde data over een vermogen beschikten dat de wettelijke grenzen overschreed.