ECLI:NL:CRVB:2005:AT4582
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- K.J.S. Spaas
- J.W. Schuttel
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 april 2005 uitspraak gedaan over het verzet van de opposant tegen een eerdere uitspraak van 4 juni 2004, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De opposant, die in deze procedure optreedt tegen de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank, heeft verzet aangetekend omdat hij meent dat hij tijdig hoger beroep heeft ingesteld. De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de opposant op 17 december 2003 een brief heeft verzonden, waarin hij zijn hoger beroep aankondigde. Echter, de Raad heeft geoordeeld dat deze brief niet door de griffie is ontvangen en dat het onaannemelijk is dat de opposant deze brief daadwerkelijk op die datum heeft opgesteld en verzonden. Bovendien heeft de Raad vastgesteld dat de opposant in de uitspraak van de rechtbank Roermond duidelijk is gewezen op de hoger beroepstermijn van zes weken, die een termijn van openbare orde is. Het beroepschrift is pas op 8 januari 2004 ter post bezorgd, wat na de verstrijking van de beroepstermijn op 7 januari 2004 was. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding en heeft het verzet ongegrond verklaard.