ECLI:NL:CRVB:2005:AT4619
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Afwijzing erkenning als vervolgingsslachtoffer op basis van onvoldoende bewijs van vervolging
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 april 2005 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiseres, een vrouw geboren in 1943 in het voormalige Nederlands-Indië, en de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een periodieke uitkering op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, maar haar aanvraag werd afgewezen. De verwerende instantie stelde dat eiseres niet had aangetoond of voldoende aannemelijk had gemaakt dat zij vervolging in de zin van de Wet had ondergaan.
Eiseres stelde dat zij, samen met haar moeder en andere kinderen, naar het kamp Dinojo was gebracht nadat haar vader door de Japanse bezetter was gevangen genomen. De Raad heeft de zaak behandeld op 10 maart 2005, waarbij eiseres niet aanwezig was, maar de verweerster vertegenwoordigd werd door drs. T.N.L.C. van Wickevoort Crommelin.
De Raad oordeelde dat de door verweerster overgelegde gegevens, waaronder getuigenverklaringen, niet voldoende bewijs boden voor de stelling dat eiseres vervolging had ondergaan. De Raad concludeerde dat een verblijf in het kamp Dinoyo, dat bekend stond als een verblijfplaats voor dakloze vrouwen en kinderen, niet gelijkgesteld kan worden met vrijheidsberoving in de zin van de Wet. De Raad verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een vergoeding van proceskosten.