ECLI:NL:CRVB:2005:AT5325
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J.S. Spaas
- J.G. Treffers
- J.W. Schuttel
- Rechtspraak.nl
Herziening mate van arbeidsongeschiktheid in het kader van de WAO
In deze zaak gaat het om de herziening van de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant, die in hoger beroep is gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank Arnhem. De rechtbank had op 25 april 2003 geoordeeld dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) de belastbaarheid van appellant correct had vastgesteld. Appellant, vertegenwoordigd door mr. I.T. Martens van SRK Rechtsbijstand, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uwv van 10 januari 2002, waarin zijn uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering werd herzien van een volledige mate van arbeidsongeschiktheid naar 35 tot 45%.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 22 maart 2005, waarbij appellant niet aanwezig was, maar gedaagde werd vertegenwoordigd door mr. S. Croes. De Raad heeft de argumenten van appellant, waaronder het standpunt van de behandelend cardioloog B.T.J. Meursing en een rapport van psycholoog drs. C. de Rooy, overwogen. De Raad concludeert dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het Uwv de belastbaarheid van appellant juist heeft vastgesteld. De Raad heeft geen aanleiding gevonden om het bestreden besluit te herzien, en bevestigt daarmee de uitspraak van de rechtbank.
De Raad heeft ook geen termen gezien om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is gedaan door een collegiaal orgaan, met K.J.S. Spaas als voorzitter en J.G. Treffers en J.W. Schuttel als leden, en is openbaar uitgesproken op 3 mei 2005.