ECLI:NL:CRVB:2005:AT6271
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- M.C.M. van Laar
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Termijnoverschrijding bij indienen gronden van bezwaar in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Groningen. De rechtbank had het beroep van gedaagde gegrond verklaard en het besluit van 19 augustus 2002 vernietigd, omdat de appellant had verzuimd om nader onderzoek te doen naar de medische situatie van gedaagde. Appellant stelde in hoger beroep dat gedaagde voldoende gelegenheid had gekregen om de gronden van het bezwaar in te dienen en dat de termijn duidelijk was. Gedaagde had volgens appellant niet tijdig gereageerd op het verzoek om gronden in te dienen, ondanks dat hij op de gevolgen van het niet tijdig indienen was gewezen.
De Raad overwoog dat de aangevallen uitspraak geen stand kon houden. De Raad oordeelde dat appellant in redelijkheid gebruik had kunnen maken van zijn bevoegdheid om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren, omdat gedaagde de gronden niet binnen de gestelde termijn had ingediend. De Raad concludeerde dat gedaagde, ondanks zijn ziekte, in staat was om op een andere zaak tijdig een bezwaarschrift op te stellen en dat hij niet had kunnen aannemen dat zijn verzoek om uitstel was gehonoreerd. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep ongegrond.