ECLI:NL:CRVB:2005:AT6926
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Th.G. Simons
- P.E. Broekman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening bijstandsuitkering en schadevergoeding wegens onheuse bejegening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep op 3 mei 2005 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep dat door verzoeker was ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Verzoeker, die een uitkering ontving op basis van de Algemene bijstandswet, had gedaagde, het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verzocht om een schadevergoeding van € 9.000.000,-- wegens onheuse bejegening en slordig omgaan met zijn privacygevoelige gegevens. Dit verzoek was door gedaagde afgewezen, en het daartegen ingediende bezwaar was ongegrond verklaard.
De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker in zijn verzoekschrift onvoldoende onderbouwde argumenten had aangedragen die de noodzaak voor een spoedeisende voorziening konden rechtvaardigen. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen zodanig spoedeisend belang was dat de uitspraak in de hoofdzaak niet kon worden afgewacht. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter verwees naar de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht en de Beroepswet, die de voorwaarden voor het treffen van een voorlopige voorziening schetsen.
De uitspraak benadrukt dat de mogelijkheid om een voorlopige voorziening te verzoeken niet bedoeld is om de behandeling van de hoofdzaak te bespoedigen zonder dat er sprake is van een spoedeisend belang. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om proceskosten of griffierecht toe te kennen. De beslissing werd openbaar uitgesproken, waarbij de namen van de rechters en de griffier werden vermeld.