ECLI:NL:CRVB:2005:AT7038
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.G. Kasdorp
- E. Heemsbergen
- Rechtspraak.nl
Overschrijding beroepstermijn en verschoonbaarheid door tijdelijke verlamming
In deze zaak heeft opposante beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarbij haar beroep niet-ontvankelijk werd verklaard wegens overschrijding van de beroepstermijn. De uitspraak van de Raad vond plaats op 2 december 2004, waarbij de termijn voor het indienen van beroep op 19 mei 2004 afliep. Opposante heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, waarbij zij aanvoerde dat zij door een tijdelijke verlamming van haar rechterbeen en rechterarm niet in staat was om tijdig beroep in te stellen. Ze gaf aan dat ze zich financieel geen ziekenhuisopname kon veroorloven en daarom thuis behandeld werd, wat haar belemmerde om haar gronden medisch te onderbouwen.
De behandeling van het verzet vond plaats op 21 april 2005, maar opposante was niet verschenen. De geopposeerde, vertegenwoordigd door mr. T.R.A. Dircke, heeft de zaak toegelicht. De Centrale Raad van Beroep heeft in haar motivering overwogen dat de aangevoerde omstandigheden van opposante niet voldoende zijn om de overschrijding van de beroepstermijn te excuseren. De Raad oordeelde dat opposante zich tijdig tot een derde had kunnen wenden om eventueel een voorlopig beroep in te stellen, en dat uit het dossier niet bleek dat zij daartoe niet in staat was. De Raad heeft het verzet ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
De uitspraak werd gedaan door mr. C.G. Kasdorp als voorzitter, in tegenwoordigheid van E. Heemsbergen als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 2 juni 2005. De Raad concludeerde dat de argumenten van opposante niet voldoende waren om de overschrijding van de termijn te rechtvaardigen, en bevestigde de eerdere uitspraak.