ECLI:NL:CRVB:2005:AT7670
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- J.G. Treffers
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering na arbeidsongeval bij Kentucky Fried Chicken
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WAO-uitkering van appellant, die in 1990 een arbeidsongeval heeft gehad bij Kentucky Fried Chicken. Appellant heeft kokende olie over zijn rechter onderarm en hand gekregen, wat heeft geleid tot hand- en armklachten. Hij is vanaf 1991 in aanmerking gebracht voor een uitkering op basis van de WAO, met een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. In 1999 is appellant onderzocht door verschillende specialisten, waaronder een psychiater en een neuroloog, die beperkingen hebben vastgesteld.
In 2000 heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) besloten om de WAO-uitkering van appellant met ingang van 1 november 2000 in te trekken, omdat hij voor minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de bezwaarverzekeringsarts en de bezwaararbeidsdeskundige hebben de eerdere conclusies van de verzekeringsarts onderschreven. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, en appellant is in hoger beroep gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de medische onderzoeken adequaat zijn uitgevoerd en dat de verzekeringsarts voldoende rekening heeft gehouden met de klachten van appellant. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen aanleiding gezien om de intrekking van de WAO-uitkering te herzien. De Raad concludeert dat de door appellant ingebrachte medische verklaringen geen nieuwe gezichtspunten bieden die de eerdere besluiten in twijfel trekken.