ECLI:NL:CRVB:2005:AT7939
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Herziening bijstandsuitkering en terugvordering bijstand wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen een uitspraak van de rechtbank Roermond, waarin de herziening van hun bijstandsuitkering en de terugvordering van bijstand aan de orde zijn. Appellanten, vertegenwoordigd door mr. A.L. Stegeman, hebben in hoger beroep gesteld dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat zij de inlichtingenverplichting hebben geschonden. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat appellanten in de periode van 1 maart 1997 tot en met 28 februari 2002 inkomsten hebben genoten uit de verkoop van goederen, maar deze inkomsten niet volledig hebben gemeld aan het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond, gedaagde in deze procedure.
De Raad heeft de onderzoeksbevindingen van de Sociale Recherche Gemeente Roermond als toereikend beoordeeld. Deze bevindingen zijn onderbouwd met cameraobservaties, telefoontapverslagen en verklaringen van getuigen. De Raad concludeert dat appellanten de op hen rustende inlichtingenverplichting hebben geschonden, waardoor het recht op bijstand niet meer kan worden vastgesteld. De Raad heeft ook het beroep van appellanten op dringende redenen afgewezen, omdat de psychische klachten van appellant niet het gevolg zijn van het herzieningsbesluit.
De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep tegen het besluit van 21 januari 2003 gegrond verklaard. De Raad heeft de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten en gedaagde veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellanten. De totale proceskosten zijn begroot op € 1.288,--, en de gemeente Roermond moet het griffierecht van € 116,-- vergoeden.