ECLI:NL:CRVB:2005:AT8045
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van verzoek om bijzondere bijstand voor managementopleiding
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. P. Goettsch, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die op 31 oktober 2003 het beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam ongegrond verklaarde. Appellant ontving sinds 26 maart 2002 een bijstandsuitkering naar de norm voor een alleenstaande ingevolge de Algemene bijstandswet (Abw), na het verstrijken van de maximale duur van zijn Werkloosheidswet-uitkering op 25 maart 2002.
Appellant had op 2 september 2002 verzocht om bijzondere bijstand voor de kosten van een tweejarige managementopleiding bij het Instituut Nimbas te Utrecht. Dit verzoek werd afgewezen bij besluit van 12 september 2002, omdat de opleiding niet noodzakelijk werd geacht. De rechtbank bevestigde deze afwijzing, waarna appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat, volgens artikel 39 van de Abw, alleenstaande of gezinnen recht hebben op bijzondere bijstand als zij niet over de middelen beschikken om noodzakelijke kosten van het bestaan te dekken. De Raad concludeerde dat de kosten van de managementopleiding niet als noodzakelijke kosten konden worden aangemerkt, gezien het al bereikte opleidingsniveau van appellant. De Raad benadrukte dat voor personen met een universitaire opleiding, zoals appellant, het bestaande opleidingsniveau voldoende basis vormt voor (her)inschakeling in de arbeidsmarkt.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing werd uitgesproken op 21 juni 2005 door mr. Th.C. van Sloten, met mr. P.C. de Wit als griffier.