ECLI:NL:CRVB:2005:AT8350
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- Rechtspraak.nl
Weigering van WW-uitkering wegens niet-beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond, waarin haar bezwaar tegen de weigering van een WW-uitkering ongegrond werd verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld op basis van de Werkloosheidswet (WW) en de relevante bepalingen die golden ten tijde van het geschil. Appellante stelde dat zij beschikbaar was voor arbeid en voldoende sollicitatiepogingen had ondernomen om per 1 augustus 2003 in aanmerking te komen voor een WW-uitkering.
De Raad oordeelde echter dat uit de beschikbare gegevens bleek dat appellante meende ziek te zijn en niet beschikbaar was voor de arbeidsmarkt. De Raad vond het niet aannemelijk dat appellante daadwerkelijk beschikbaar was voor werk, mede door het ontbreken van een nadere toelichting op haar sollicitatie-inspanningen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het bestreden besluit op een juiste feitelijke grondslag berustte.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen termen aanwezig geacht voor toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak werd gedaan door mr. T. Hoogenboom als voorzitter, in tegenwoordigheid van L. Karssenberg als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 13 april 2005. Het besluit van 17 november 2003, waarin het bezwaar van appellante ongegrond werd verklaard, bleef daarmee in stand.