ECLI:NL:CRVB:2005:AT9144
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- L.H. Vogt
- Rechtspraak.nl
Hoofdelijk aansprakelijkheid voor premies door inlening personeel
In deze zaak gaat het om de hoofdelijkheid van appellante voor de door het uitzendbureau Allzend verschuldigde premies in verband met werkzaamheden verricht door haar werknemers. Appellante, een glastuinbouwbedrijf, heeft in de jaren 1998 en 1999 gebruik gemaakt van personeel van Allzend Uitzendbureau B.V. Na een onderzoek door de opsporingsdienst van Gak Nederland B.V. en de Fiscale Inlichtingen, is vastgesteld dat Allzend in gebreke is gebleven bij de afdracht van sociale premies. De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen heeft appellante op grond van artikel 16a van de Coördinatiewet Sociale Verzekering (CSV) hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de niet voldane premies, die aanvankelijk € 14.382,56 bedroegen, maar later zijn bijgesteld naar € 11.461,13.
De rechtbank Roermond heeft in een eerdere uitspraak geoordeeld dat de aansprakelijkstelling terecht was. In hoger beroep heeft appellante betwist dat er sprake was van inlening van personeel, en dat de werknemers van Allzend onder haar leiding en toezicht werkzaam waren. De Raad heeft echter geoordeeld dat er voldoende bewijs was dat de werkzaamheden onder leiding en toezicht van appellante zijn uitgevoerd, ondanks dat de voorman van Allzend de instructies aan de werknemers gaf. De Raad heeft geconcludeerd dat de aanwijzingen van appellante aan de voorman, en de indirecte controle die zij uitoefende, voldoende waren om te spreken van leiding en toezicht in de zin van artikel 16a van de CSV.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding werd toegekend. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van inleners in situaties van personeelshandhaving en de noodzaak om aan te tonen dat er geen sprake is van inlening.