ECLI:NL:CRVB:2005:AT9983
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- M.C.M. van Laar
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Vaststelling gedifferentieerde WAO-premie en de eerste ziektedag binnen het dienstverband
In deze zaak gaat het om de vaststelling van een gedifferentieerde WAO-premie door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) en de vraag of de eerste ziektedag van de betrokkene binnen het dienstverband met appellante viel. Appellante, vertegenwoordigd door mr. O. Labordus, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem, die op 23 september 2003 het beroep van appellante ongegrond verklaarde. De rechtbank oordeelde dat de eerste ziektedag van de betrokkene binnen het dienstverband met appellante lag, wat appellante betwistte.
Tijdens de zitting op 19 mei 2005 was appellante niet aanwezig, maar gedaagde was vertegenwoordigd door mr. H.J. Gansekoele. De Raad overwoog dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de eerste ziektedag van de betrokkene binnen het dienstverband viel. Appellante voerde aan dat de WAO-uitkering van de betrokkene ten onrechte was betrokken bij de vaststelling van de premie, omdat zij geen invloed had op de ziekte van de werkneemster en geen inzicht had in de rechtmatigheid van de ziekengelduitkeringen.
De Raad bevestigde het oordeel van de rechtbank en stelde vast dat, ongeacht de datum van de eerste ziektedag, deze binnen het dienstverband met appellante viel. De Raad merkte op dat volgens artikel 87e van de WAO een werkgever niet kan aanvoeren dat de WAO-uitkering onterecht is vastgesteld als bezwaar tegen de gedifferentieerde WAO-premie. De Raad besloot de aangevallen uitspraak te bevestigen en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak werd gedaan door de Centrale Raad van Beroep op 14 juli 2005.