ECLI:NL:CRVB:2005:AU0050
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K. Zeilemaker
- P. van der Wal
- Rechtspraak.nl
Niet tijdig ingediend verzetschrift leidt tot niet-ontvankelijkheid in hoger beroep
In deze zaak heeft opposante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 19 december 2003. De rechtbank had in die uitspraak bepaald dat opposante het griffierecht niet binnen de gestelde termijn had voldaan. De Raad voor de Rechtspraak verklaarde op 12 augustus 2004 het hoger beroep niet-ontvankelijk. Opposante heeft hiertegen verzet aangetekend bij brief van 4 januari 2005, welke op 11 januari 2005 ter griffie van de Raad is ontvangen.
De Raad overwoog dat het verzetschrift niet tijdig was ingediend, aangezien het niet binnen de termijn was ontvangen. Opposante had eerder, op 9 december 2004, aangegeven de uitspraak van 12 augustus 2004 niet te hebben ontvangen en verzocht om een kopie. De Raad had op 15 december 2004 een afschrift van de uitspraak per gewone post verzonden.
De Raad concludeerde dat het verzet niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat de termijn voor het indienen van een verzetschrift zes weken bedraagt en deze termijn was overschreden. De Raad oordeelde dat er geen redenen waren om af te wijken van de wettelijke termijn en dat de enkele mededeling van opposante over het niet ontvangen van de uitspraak niet voldoende was om aan te nemen dat zij niet in verzuim was geweest.
De uitspraak werd gedaan door de Centrale Raad van Beroep, waarbij mr. K. Zeilemaker als voorzitter optrad en P. van der Wal als griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 21 juli 2005.