ECLI:NL:CRVB:2005:AU1136
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- D.J. van der Vos
- G.J.H. Doornewaard
- Rechtspraak.nl
Terugbetaling prestatiebeurs na studie
In deze zaak gaat het om de vraag of appellante haar prestatiebeurs over de maanden september 2000 tot en met augustus 2001 na haar studie moet terugbetalen. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van de vader van appellante, die gemachtigd is om namens haar op te treden. De zaak is ontstaan na een besluit van de Informatie Beheer Groep, waarin werd meegedeeld dat de prestatiebeurs van appellante over de maanden september 1999 tot en met augustus 2000 was omgezet in een gift, maar dat de prestatiebeurs over de maanden september 2000 tot en met augustus 2001 niet in een gift zou worden omgezet en dus terugbetaald moest worden. Appellante had eerder bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit werd ongegrond verklaard door de rechtbank Roermond. De vader van appellante heeft vervolgens hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van appellante de voorgeschiedenis van de zaak uiteengezet, maar de Raad heeft besloten zich te beperken tot de toetsing van de weigering om de prestatiebeurs over de relevante maanden om te zetten in een gift. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank Roermond onderschreven en geoordeeld dat appellante recht heeft op omzetting van haar voorlopige lening prestatiebeurs over 24 maanden, maar dat er slechts 12 maanden in aanmerking komen voor omzetting, gezien de eerdere omzetting van de prestatiebeurs over de maanden september 1998 tot en met augustus 1999.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep geen doel treft en bevestigt de aangevallen uitspraak. Er zijn geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskosten worden toegewezen. De uitspraak is gedaan door een collegiaal orgaan, met J. Janssen als voorzitter en de andere rechters als leden, en is openbaar uitgesproken op 12 augustus 2005.