ECLI:NL:CRVB:2005:AU1330
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.L.M.J. Stevens
- J.P. Schieveen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring verzet wegens te late betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 augustus 2005 uitspraak gedaan over een verzet dat door de opposant was ingediend tegen een eerdere uitspraak van 13 januari 2005. In die eerdere uitspraak was het beroep van de opposant niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet tijdig was betaald. De opposant had de verplichting om het griffierecht binnen vier weken na de datum van de aanmaning te voldoen, maar dit was niet gebeurd. De Raad had de opposant op 7 oktober 2004 schriftelijk gewezen op deze verplichting en op 28 oktober 2004 was hem nogmaals duidelijk gemaakt dat overschrijding van de termijn zou leiden tot niet-ontvankelijkheid van het beroep.
Tijdens de zitting op 7 juli 2005 was de opposant niet aanwezig, terwijl de geopposeerde, vertegenwoordigd door mr. I. Wolfert, wel aanwezig was. De Raad constateerde dat het griffierecht pas op 29 november 2004 op de bankrekening van de Raad was bijgeschreven, wat betekent dat de opposant de termijn van vier weken had overschreden. De opposant voerde aan dat hij op 23 november 2004 opdracht had gegeven voor de betaling, maar de Raad oordeelde dat dit niet als verschoonbare omstandigheid kon worden aangemerkt. De Raad benadrukte dat de opposant zelf verantwoordelijk is voor de tijdige betaling van het griffierecht en dat de datum van bijschrijving bepalend is.
De Centrale Raad van Beroep heeft uiteindelijk het verzet ongegrond verklaard, waarmee de eerdere uitspraak in stand bleef. De beslissing werd genomen met toepassing van artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De uitspraak werd gedaan door mr. G.L.M.J. Stevens in tegenwoordigheid van griffier J.P. Schieveen.