ECLI:NL:CRVB:2005:AU1344
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde aanvraag tegemoetkoming niet gedekte medische kosten voor WUV-gerechtigde
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 augustus 2005 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiser, een WUV-gerechtigde, en de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiser had een herhaalde aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming in niet gedekte medische kosten, die eerder was afgewezen. De verweerster had in haar besluit van 13 augustus 2004, dat eiser in beroep had aangevochten, gesteld dat er geen nieuwe of gewijzigde omstandigheden waren die aanleiding gaven om het eerdere besluit te herzien. Eiser, geboren in 1939 en als vervolgde erkend, had eerder al een verzoek ingediend dat was afgewezen op basis van het ontbreken van een verband tussen zijn hartklachten en de door hem ondergane vervolging.
Tijdens de zitting op 7 juli 2005 was eiser niet aanwezig, maar verweerster werd vertegenwoordigd door mr. I. Wolfert. De Raad overwoog dat de bevoegdheid van verweerster om besluiten te herzien discretionair is, wat betekent dat de Raad het bestreden besluit slechts met terughoudendheid kan toetsen. Eiser had geen nieuwe medische gegevens overgelegd die een verband tussen zijn hartklachten en de vervolging konden aantonen. Het enkele feit dat hij een wetenschappelijk artikel had ingediend, was onvoldoende, omdat dit artikel geen specifieke informatie over zijn persoonlijke medische situatie bevatte.
De Raad concludeerde dat er geen grond was om het eerdere standpunt van verweerster te herzien en verklaarde het beroep van eiser ongegrond. De Raad oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag om tegemoetkoming in niet gedekte medische kosten terecht was, omdat eiser geen relevante nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die een herziening van het besluit rechtvaardigden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. G.L.M.J. Stevens, met J.P. Schieveen als griffier.