ECLI:NL:CRVB:2005:AU1364
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitbreiding uren huishoudelijke hulp voor WUBO-gerechtigde
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 augustus 2005 uitspraak gedaan in het geding tussen eiser, een WUBO-gerechtigde, en de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiser, geboren in 1926, is erkend als burger-oorlogsslachtoffer op basis van psychische invaliditeit en ontvangt een vergoeding voor maximaal 4 uren huishoudelijke hulp per week. In maart 2004 heeft eiser verzocht om uitbreiding van deze voorziening, omdat hij door zijn eigen psychische klachten en de slechte gezondheid van zijn echtgenote niet in staat is om het huishoudelijk werk zelf te verrichten.
De verweerster heeft de aanvraag van eiser afgewezen bij besluit van 16 juli 2004, en dit besluit is gehandhaafd na bezwaar. De afwijzing was gebaseerd op het standpunt dat eiser, noch op basis van zijn psychische klachten, noch op basis van lichamelijke klachten die niet samenhangen met zijn oorlogservaringen, recht heeft op meer dan 4 uur huishoudelijke hulp per week. Dit standpunt werd ondersteund door adviezen van twee geneeskundig adviseurs, die de medische gegevens en een aanvullend Sociaal Rapport hebben beoordeeld.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat er geen gronden zijn voor vernietiging van het bestreden besluit. De Raad concludeert dat eiser bij het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden weinig beperkingen ondervindt en dat de extra kosten voor huishoudelijke hulp boven hetgeen maatschappelijk gebruikelijk is, niet zijn aangetoond. De Raad heeft daarom het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een proceskostenvergoeding.