ECLI:NL:CRVB:2005:AU1367
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Weigering erkenning als burgeroorlogsslachtoffer op basis van lichamelijk en psychisch letsel
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 augustus 2005 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiser, geboren in 1935 in het voormalige Nederlands-Indië, en de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiser had een aanvraag ingediend om erkend te worden als burgeroorlogsslachtoffer op basis van gezondheidsklachten die hij toeschrijft aan zijn oorlogservaringen tijdens de Japanse bezetting en de daaropvolgende Bersiap-periode. De aanvraag werd afgewezen omdat niet voldaan was aan de wettelijke eis van lichamelijk en/of psychisch letsel dat leidt tot blijvende invaliditeit.
De Raad heeft vastgesteld dat eiser weliswaar getroffen is door oorlogsgeweld, maar dat de psychische klachten niet zodanig zijn dat deze leiden tot invaliditeit in de zin van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. De medische adviezen van geneeskundig adviseurs van de Pensioen- en Uitkeringsraad gaven aan dat de psychische klachten van eiser niet tot significante beperkingen leiden en dat zijn lichamelijke klachten andere oorzaken hebben. De Raad concludeert dat het bestreden besluit deugdelijk is voorbereid en gemotiveerd, en dat er geen gegronde redenen zijn om aan de juistheid van de medische adviezen te twijfelen.
De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding om proceskosten te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van medische onderbouwing bij aanvragen voor erkenning als burgeroorlogsslachtoffer en de strikte eisen die de wet stelt aan de erkenning van letsel en invaliditeit.