ECLI:NL:CRVB:2005:AU1950
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- T. Hoogenboom
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens niet tijdige betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 augustus 2005 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposant, vertegenwoordigd door mr. G.C. Mourits, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 6 april 2004, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard vanwege het niet tijdig betalen van het griffierecht. De opposant stelde dat het griffierecht vijf werkdagen na de deadline van zijn rekening was afgeschreven en dat het verzuim minimaal was. Daarnaast werd aangevoerd dat de uitspraak van 1 september 2004 pas op 25 oktober 2004 aan de gemachtigde was verzonden, wat als onzorgvuldig werd beschouwd.
De Raad overwoog dat de verplichting tot het betalen van het griffierecht niet afhankelijk kan worden gesteld van het indienen van de gronden van het beroep. De Raad oordeelde dat de argumenten van de opposant niet voldoende waren om de niet tijdige betaling van het griffierecht te verontschuldigen. Het verzet werd ongegrond verklaard, en de Raad achtte geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten en bevestigt dat de Raad niet kan afwijken van de wettelijke termijnen, ongeacht de omstandigheden die door de opposant zijn aangevoerd. De beslissing werd genomen door mr. T. Hoogenboom, in tegenwoordigheid van P. Boer als griffier, en werd openbaar uitgesproken.