ECLI:NL:CRVB:2005:AU2031
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- C.G. Kasdorp
- P. van der Wal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet tegen uitspraak inzake griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft opposante, wonende in Indonesië, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 19 december 2003. De Centrale Raad van Beroep heeft op 10 februari 2005 het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat opposante het griffierecht niet tijdig had voldaan. Hierop heeft opposante op 4 mei 2005 verzet aangetekend, dat op 12 mei 2005 ter griffie is ontvangen. De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat een verzetschrift tijdig is ingediend als het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd en niet langer dan een week na afloop van de termijn is ontvangen. In dit geval was het verzetschrift, gedateerd 4 mei 2005, te laat ingediend, aangezien het pas op 12 mei 2005 ter griffie is ontvangen. De Raad heeft ook opgemerkt dat de enkele mededeling van opposante dat zij de uitspraak niet heeft ontvangen, niet voldoende is om aan te nemen dat zij niet in verzuim is geweest. De uitspraak van 11 februari 2005 was aangetekend verzonden en was niet aan de Raad retour gekomen. De Raad heeft geconcludeerd dat het verzet niet-ontvankelijk moet worden verklaard, en heeft dit beslist met toepassing van artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb.