ECLI:NL:CRVB:2005:AU2048
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Weigering van WUV-uitkering aan erkend vervolgingsslachtoffer
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 september 2005 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiser, een erkend vervolgingsslachtoffer, en de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiser, geboren in 1936 en geëmigreerd naar Canada, had een aanvraag ingediend voor een periodieke uitkering op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. Eiser stelde dat hij leed aan obstructieve en centrale slaap-apneu, en dat deze aandoeningen voortkwamen uit psychische klachten die hij had ontwikkeld na zijn ervaringen tijdens de Japanse bezetting van het voormalige Nederlands-Indië.
De verweerster, de Pensioen- en Uitkeringsraad, had eerder besloten om eiser als vervolgde te erkennen, maar weigerde de uitkering omdat zij van mening was dat de psychische klachten van eiser niet hadden geleid tot een verminderd functioneren ten opzichte van leeftijdgenoten. Eiser had in beroep aangevoerd dat zijn medische situatie, waaronder zijn slaap-apneu, wel degelijk verband hield met zijn verleden als vervolgingsslachtoffer.
De Raad heeft de argumenten van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was dat de slaap-apneu en de psychische klachten van eiser een causaal verband hadden met zijn ervaringen tijdens de oorlog. De Raad oordeelde dat de medische adviezen van de geneeskundig adviseurs van de verweerster goed onderbouwd waren en dat er geen aanwijzingen waren dat de klachten van eiser in het dagelijks leven tot beperkingen leidden. Daarom werd het beroep van eiser ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten aan een van de partijen opgelegd.