ECLI:NL:CRVB:2005:AU2356
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- G. van der Wiel
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Hoofdelijke aansprakelijkheid voor onbetaald gelaten premies werknemersverzekeringen
In deze zaak gaat het om de hoofdelijke aansprakelijkheidsstelling van appellanten voor onbetaald gelaten premies werknemersverzekeringen door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De besluiten tot aansprakelijkstelling zijn genomen op 20 november 2003, waarbij appellanten op grond van artikel 16c van de Coördinatiewet Sociale Verzekering (CSV) als middellijk bestuurders hoofdelijk aansprakelijk zijn gesteld voor een bedrag van € 236.209,21. Na bezwaar zijn deze besluiten op 23 februari 2004 gehandhaafd, waarna appellanten in beroep gingen bij de rechtbank. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat leidde tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
Appellanten voerden in hoger beroep aan dat de rechtbank ten onrechte artikel 16c van de CSV had toegepast en dat de aansprakelijkstelling op grond van artikel 16d van de CSV had moeten plaatsvinden, omdat de bestuurders van het betrokken bedrijf rechtspersoonlijkheid bezittende lichamen zijn. Daarnaast werd een beroep gedaan op de disculpatiemogelijkheid in artikel 33, vierde lid, van de Invorderingswet, die per 1 januari 2006 ook voor sociale verzekeringswetten zou gelden.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank de gronden van appellanten terecht had verworpen. De Raad stelde vast dat de aansprakelijkstelling op juiste gronden was gebaseerd op artikel 16c van de CSV, aangezien het betrokken bedrijf een vennootschap onder firma (v.o.f.) is, die geen rechtspersoonlijkheid heeft. De Raad concludeerde dat alle bestuursleden van lichamen zonder rechtspersoonlijkheid hoofdelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de verschuldigde premies. Het beroep op toekomstige wetgeving werd afgewezen, en het hoger beroep werd verworpen, waarbij de aangevallen uitspraak werd bevestigd.