ECLI:NL:CRVB:2005:AU2357
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- M.C.M. van Laar
- J.P. Mulder
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 september 2005 uitspraak gedaan over het verzet van opposante tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar hoger beroep. Het hoger beroep was eerder niet-ontvankelijk verklaard door de Raad op 26 mei 2005, omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. Opposante, vertegenwoordigd door T.G. de Winter en mr. R.P.P. Caubo, heeft in het verzetschrift aangevoerd dat er geen gegronde redenen zijn voor het verzuim. De Raad heeft echter geen aanknopingspunten gevonden die erop wijzen dat het verzuim niet aan opposante kan worden tegengeworpen. De overgelegde documenten, waaronder een verzendrapport en een verzendjournaal, zijn niet als sluitend bewijs aangemerkt. De Raad concludeert dat de eerdere uitspraak in stand blijft en dat het verzet ongegrond is. De uitspraak is gedaan met toepassing van artikel 21 van de Beroepswet en artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).