ECLI:NL:CRVB:2005:AU3067
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van uitspraak inzake vrijwillige verzekering AOW en ANW
In deze zaak heeft verzoeker, wonende in Marokko, op 25 juni 2004 en 10 september 2004 een verzoek tot herziening ingediend van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 22 april 2004. Deze eerdere uitspraak betrof de afwijzing van verzoekers verzoek om toelating tot de vrijwillige verzekering ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) en de Algemene nabestaandenwet (ANW). De Raad heeft in de eerdere uitspraak geoordeeld dat het beroep van verzoeker niet-ontvankelijk was vanwege een niet-verschoonbare overschrijding van de beroepstermijn. Tijdens de zitting op 5 augustus 2005 zijn zowel verzoeker als gedaagde, de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank, niet verschenen.
De Raad overweegt dat het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, tenzij er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden. Verzoeker heeft in zijn verzoek om herziening aangegeven het niet eens te zijn met de eerdere uitspraak en heeft opnieuw verzocht om toelating tot de vrijwillige verzekering. De Raad concludeert echter dat de aangevoerde argumenten niet voldoen aan de criteria van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat vereist dat er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een andere uitspraak zouden kunnen rechtvaardigen.
Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep het verzoek om herziening afgewezen. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb, dat betrekking heeft op de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. H.J. Simon, in tegenwoordigheid van M. Gunter als griffier, en is openbaar uitgesproken op 16 september 2005.