ECLI:NL:CRVB:2005:AU3207
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering en hoofdverblijf van appellant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 september 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag voor bijstandsuitkering door appellant, die afkomstig is uit Sierra Leone. Appellant had op 26 september 2003 bij het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen een aanvraag ingediend voor bijstandsverlening, waarbij hij als woonadres een woning in [woonplaats] had opgegeven. De hoofdbewoner van deze woning was een bevriende landgenoot, Kamara. De aanvraag werd echter afgewezen op basis van het standpunt van gedaagde dat appellant niet feitelijk woonachtig was op het opgegeven adres.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant sinds 1 oktober 2003 op het door hem opgegeven adres stond ingeschreven en dat hij bij onaangekondigde huisbezoeken op dat adres werd aangetroffen. Ondanks het ontbreken van een verslag van een huisbezoek op 9 december 2003, waren er wel verslagen van bezoeken op 6 november en 16 december 2003, waaruit bleek dat appellant over administratieve gegevens beschikte. De Raad oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat appellant niet op het opgegeven adres woonde en dat gedaagde onvoldoende onderzoek had gedaan naar de woonomstandigheden van appellant.
De uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard, werd vernietigd. De Raad verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het besluit van 23 december 2003. Gedaagde werd opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen, rekening houdend met de uitspraak van de Raad. Tevens werd gedaagde veroordeeld in de proceskosten van appellant, die op € 1.288,-- werden begroot, en moest de gemeente Nijmegen het griffierecht van in totaal € 133,-- vergoeden aan appellant.