ECLI:NL:CRVB:2005:AU4112
Centrale Raad van Beroep
- Verstek
- J. Janssen
- D.J. van der Vos
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 oktober 2005 uitspraak gedaan over het verzet van de opposant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. De opposant, wonende in Marokko, had eerder hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, maar dit was niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De opposant diende een verzetschrift in, waarin hij stelde dat hij het griffierecht wel had betaald, maar dat er een vergissing was gemaakt in de adressering. Hij gaf aan dat een familielid in Nederland het bedrag alsnog zou betalen.
Tijdens de zitting op 26 augustus 2005 zijn beide partijen niet verschenen. De Raad moest nu beoordelen of de eerdere uitspraak terecht was. De Raad oordeelde dat de opposant geen bewijs had geleverd voor zijn bewering dat het griffierecht was betaald en dat de fout in de adressering voor zijn rekening kwam. Het griffierecht was tot op dat moment nog steeds niet betaald. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard, en er waren geen redenen om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, dat betrekking heeft op de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten en de gevolgen van administratieve fouten door de indiener van het hoger beroep. De Raad heeft de zaak in het openbaar behandeld en de beslissing werd uitgesproken door de voorzitter en twee leden van de Raad, met de griffier aanwezig.