ECLI:NL:CRVB:2005:AU4294
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- H.R. Geerling-Brouwer
- J.L.P.G. van Thiel
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van vermogen bij berekening van WUV-uitkering en proceskostenvergoeding
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 6 oktober 2005, staat de vaststelling van het vermogen van eiser centraal bij de berekening van zijn periodieke uitkering op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (WUV). Eiser, geboren in 1930 en woonachtig in België, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, dat op 28 januari 2004 was genomen. Dit besluit betrof de vaststelling van het vermogen dat in aanmerking moest worden genomen voor de berekening van eisers uitkering, na het overlijden van zijn moeder in mei 1994. Eiser was het niet eens met de vastgestelde omvang van de erfenis en de ingangsdatum van de uitkering.
Tijdens de zitting op 25 augustus 2005 heeft eiser zijn bezwaren toegelicht, terwijl verweerster werd vertegenwoordigd door J.J.G.A. Theelen. De Raad heeft vastgesteld dat verweerster, na overleg, bereid was om de advocatenkosten die eiser had gemaakt in verband met de verkrijging van zijn deel van de nalatenschap in mindering te brengen op het vastgestelde vermogen. Dit leidde tot een herziening van het eerder genomen besluit, waarbij de Raad oordeelde dat het bestreden besluit niet meer kon worden gedragen door de oorspronkelijke motivering.
De Raad heeft ook de ingangsdatum van de vermogenskorting beoordeeld. Verweerster had bepaald dat rekening gehouden zou worden met de erfenis vanaf 1 januari 1998, terwijl eiser had gepleit voor een eerdere datum. De Raad oordeelde dat de door verweerster gekozen datum niet onredelijk was, gezien de omstandigheden van de zaak. Uiteindelijk verklaarde de Raad het beroep van eiser gegrond voor wat betreft de omvang van het vermogen, vernietigde het bestreden besluit in dat opzicht, en veroordeelde verweerster tot betaling van de proceskosten van eiser, alsook tot vergoeding van het griffierecht.