ECLI:NL:CRVB:2005:AU4521
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- B.J. van der Net
- R.E. Lysen
- Rechtspraak.nl
Onjuiste adressering en termijnoverschrijding bij hoger beroep in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 oktober 2005 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. Het verzet was ingesteld door de opposante, die in hoger beroep was gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank te Breda. De rechtbank had op 11 december 2001 de opposante niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep, omdat de termijn voor het indienen van het beroepschrift niet was nageleefd. De opposante stelde dat de toenmalige gemachtigde, mr. drs. A.E.T.M. van de Camp, het beroepschrift onjuist had geadresseerd, wat zou hebben geleid tot de termijnoverschrijding. Tijdens de zitting op 22 september 2005 heeft de advocaat van de opposante, mr. R.A. Jong, betoogd dat er op een onjuiste adressering vertrouwd mag worden en dat de stukken door TPG-Post geretourneerd of op het juiste adres aangeboden zouden moeten worden.
De Raad heeft echter geoordeeld dat de opposante geen omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat het verzuim niet aan haar kan worden tegengeworpen. De Raad benadrukte dat het risico van een onjuiste adressering volledig voor rekening van de partij komt die het hoger beroep instelt. Gelet op deze overwegingen heeft de Raad het verzet ongegrond verklaard, zonder termen aanwezig te achten voor een kostenveroordeling. De uitspraak van de Raad van 7 april 2005 werd kort samengevat, waarbij werd benadrukt dat de termijn van zes weken voor het indienen van het beroepschrift niet in acht was genomen en dat er geen aanknopingspunten waren om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. De centrale vraag in deze procedure was of het hoger beroep van de opposante terecht niet-ontvankelijk was verklaard.