ECLI:NL:CRVB:2005:AU5123
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- A.C.W. van Huussen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van een sociaal raadsman met psychische klachten
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van een appellant, die als sociaal raadsman werkzaam was en met arm- en psychische klachten te maken had. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van de appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Haarlem, waarin de rechtbank oordeelde dat de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) terecht had besloten dat de appellant recht had op een WAO-uitkering van 25 tot 35%. De appellant was van mening dat zijn psychische beperkingen niet voldoende waren onderkend en dat de vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid onjuist was.
De Raad heeft de zaak behandeld op 9 september 2005, waarbij de appellant niet aanwezig was, maar gedaagde zich liet vertegenwoordigen door een medewerker van het Uwv. De Raad heeft de medische verklaringen van de appellant beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet voldoende bewijs leveren voor de stelling dat de klachten van de appellant niet goed zijn ingeschat. De Raad heeft de motivering van de verzekeringsarts, die conflicthantering in bepaalde functies toelaatbaar achtte, niet onderschreven, maar kwam tot de conclusie dat er voldoende functies beschikbaar waren voor de appellant, zelfs als functies met conflicthantering buiten beschouwing worden gelaten.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de indeling van de appellant in de arbeidsongeschiktheidsklasse van 25 tot 35% in stand blijft. De Raad ziet geen aanleiding om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. D.J. van der Vos, in aanwezigheid van mr. A.C.W. van Huussen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 21 oktober 2005.