ECLI:NL:CRVB:2005:AU5555
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten in verband met procedures
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 november 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand door de gemeente Eindhoven. De appellant had op 31 december 1999 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand in verband met diverse kosten die hij had gemaakt in 1999, waaronder griffiekosten, reiskosten, verzendkosten en kopieerkosten. De gemeente had deze aanvraag op 14 februari 2000 afgewezen.
Na een niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar door de gemeente op 9 mei 2000, heeft de rechtbank op 26 november 2001 het beroep tegen deze beslissing gegrond verklaard en het besluit van de gemeente vernietigd. De gemeente heeft vervolgens op 9 juli 2002 een nieuw besluit genomen, waarin het bezwaar tegen de afwijzing van 14 februari 2000 ongegrond werd verklaard. De appellant ging hiertegen in hoger beroep.
De Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de appellant niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de noodzaak van de gemaakte kosten. De nota's voor griffierecht stonden weliswaar op naam van de appellant, maar de overige kosten konden niet altijd aan hem worden gerelateerd. Bovendien waren sommige kosten van vóór de aanvraagdatum, waardoor deze niet voor bijzondere bijstand in aanmerking kwamen. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de standaardregel rechtvaardigden.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het verzoek van de appellant om schadevergoeding werd afgewezen. De Raad heeft geen aanleiding gezien om de gemeente te veroordelen in de proceskosten.