ECLI:NL:CRVB:2005:AU5666
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- M.C.M. van Laar
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vrijwillige verzekering en premiebetaling Ziektewet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo, waarin werd geoordeeld dat appellant verplicht was om premies over de jaren 1996 en 1997 te betalen, ondanks zijn betwisting van de vrijwillige verzekering in die jaren. Appellant had bij beroepschrift van 30 oktober 2004 hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 21 september 2004. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 15 september 2005, waarbij appellant in persoon verscheen en gedaagde werd vertegenwoordigd door C. Groenewegen van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv).
De Raad oordeelde dat de brief van gedaagde van 1 mei 2002 geen besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, omdat deze niet gericht was op enig rechtsgevolg. Hierdoor waren de bezwaren van appellant niet ontvankelijk. De Raad erkende echter dat gedaagde niet adequaat had gereageerd op de stelling van appellant dat hij recht had op ziekengeld voor de ziekteperioden in 1996 en 1997. De Raad besloot dat de aangevallen uitspraak en het besluit op bezwaar vernietigd moesten worden en verklaarde het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk.
De Centrale Raad van Beroep heeft gedaagde, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 46,56 voor reiskosten en kosten deskundige, en heeft bepaald dat het Uwv het betaalde recht van € 133,- aan appellant moet vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 20 oktober 2005.