ECLI:NL:CRVB:2005:AU5751
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- K.J.S. Spaas
- J.W. Schuttel
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 november 2005 uitspraak gedaan in het verzet van opposante tegen een eerdere uitspraak van de Raad. Opposante, vertegenwoordigd door haar gemachtigde R.Ch.F. Pastoor, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht van 17 november 2004. De Raad had op 23 maart 2005 het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift te laat was ingediend. Opposante kwam in verzet tegen deze beslissing, maar de Raad oordeelde dat de aangevoerde redenen geen aanleiding gaven om de termijnoverschrijding te excuseren. De beroepstermijn van zes weken is een termijn van openbare orde, wat betekent dat deze strikt moet worden nageleefd. De Raad heeft het verzet ongegrond verklaard, waardoor de eerdere uitspraak in stand blijft. De uitspraak is gedaan met toepassing van artikel 21 van de Beroepswet en artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb, wat betreft de proceskosten. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier J.W. Engelhart.