ECLI:NL:CRVB:2005:AU5932
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- M.C.M. van Laar
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Intrekking van hoger beroep door bestuursorgaan en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 november 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij het hoger beroep door het bestuursorgaan, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, is ingetrokken. De zaak betreft een verzoek van de verzoekster, vertegenwoordigd door mr. K. van der Leij, om gedaagde te veroordelen in de proceskosten. De rechtbank Haarlem had eerder op 30 september 2003 een uitspraak gedaan in deze kwestie, maar het hoger beroep werd door gedaagde ingetrokken op 23 februari 2005. De gemachtigde van verzoekster heeft op 2 maart 2005 verzocht om vergoeding van de kosten van rechtsbijstand in hoger beroep, aangezien er kosten zijn gemaakt voor het indienen van een verweerschrift.
De Raad heeft in zijn overwegingen artikel 21a van de Beroepswet in aanmerking genomen, dat bepaalt dat bij intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, het bestuursorgaan op verzoek van een partij kan worden veroordeeld in de kosten. De Raad heeft vastgesteld dat verzoekster kosten heeft gemaakt voor rechtsbijstand en heeft deze kosten begroot op € 322,--. De Centrale Raad van Beroep heeft vervolgens gedaagde veroordeeld in de proceskosten van verzoekster tot dit bedrag, te betalen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.
De uitspraak is gedaan door mr. drs. N.J. van Vulpen-Grootjans als voorzitter, met mr. M.C.M. van Laar en mr. C.P.M. van de Kerkhof als leden, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.