ECLI:NL:CRVB:2005:AU6341
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- R.C. Schoemaker
- G. van der Wiel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de berekening van het dagloon in het kader van de WAO-uitkering met betrekking tot spaaruren
In deze zaak gaat het om een hoger beroep ingesteld door appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, waarin de rechtbank het beroep ongegrond verklaarde. De zaak betreft de vraag of de door de voormalig werkgever van appellant in de maanden oktober en november 1998 uitbetaalde spaaruren mee moeten tellen bij de berekening van het dagloon van de WAO-uitkering. Appellant heeft gesteld dat deze spaaruren in de referteperiode zijn opgebouwd, terwijl gedaagde, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), dit ontkent. De rechtbank heeft in haar uitspraak overwogen dat appellant onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de spaaruren in de referteperiode zijn opgebouwd.
Tijdens de zitting van de Centrale Raad van Beroep op 29 september 2005 heeft appellant, bijgestaan door zijn advocaat, zijn standpunt toegelicht. Hij heeft een afschrift van zijn agenda overgelegd ter ondersteuning van zijn stelling. Gedaagde heeft echter betoogd dat de overgelegde gegevens niet verifieerbaar zijn en dat de salarisspecificaties de enige relevante gegevens zijn. De Raad heeft de salarisspecificaties beoordeeld en vastgesteld dat het cumulatieve saldo van de spaaruren aan het begin van de referteperiode negatief was, maar dat appellant in de maanden daarna tijd voor tijd uren heeft opgebouwd.
De Raad heeft geoordeeld dat appellant voldoende heeft aangetoond dat de spaaruren in de referteperiode zijn opgebouwd en dat gedaagde ten onrechte deze spaaruren buiten beschouwing heeft gelaten bij de berekening van het dagloon. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd en het besluit van gedaagde is gegrond verklaard. Tevens is gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten en de wettelijke rente over de niet uitbetaalde uitkering. De Raad heeft bepaald dat gedaagde een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van deze uitspraak.