ECLI:NL:CRVB:2005:AU6711
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de vervolgaanvraag om vergoeding van remigratiekosten naar Israël op basis van psychische klachten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van eiseres tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarbij haar aanvraag voor vergoeding van remigratiekosten naar Israël werd afgewezen. Eiseres, geboren in 1944 te Den Haag, was eerder gelijkgesteld met vervolgde in de zin van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. Ze stelde dat haar psychische klachten, waaronder depressieve klachten en angsten, terug te voeren zijn op omstandigheden vergelijkbaar met vervolging tijdens de oorlogsjaren. In september 2003 diende zij een vervolgaanvraag in voor vergoeding van kosten in verband met haar verhuizing naar Israël, waar zij zich meer thuis voelde en minder angstig was.
De verweerster, de Pensioen- en Uitkeringsraad, heeft de aanvraag afgewezen, stellende dat er geen medische indicatie was voor de verhuizing die verband hield met de psychische klachten van eiseres. Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat de verweerster niet in redelijkheid tot dit besluit heeft kunnen komen, verwijzend naar een psychiatrisch rapport van prof. dr. B. Maoz. De Raad heeft de zaak behandeld op 29 september 2005, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar advocaat, mr. P.J.Ph. Dietz de Loos.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de verweerster op goede gronden had geoordeeld dat er geen strikt medische indicatie aanwezig was voor de door eiseres gevraagde voorziening. De Raad concludeerde dat, hoewel de verhuizing naar Israël van groot belang was voor het psychisch welzijn van eiseres, deze niet noodzakelijk was in verband met haar uit de oorlogsomstandigheden voortvloeiende psychische klachten. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werden geen termen gezien voor een vergoeding van proceskosten.