ECLI:NL:CRVB:2005:AU7201
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsuitkering en medeterugvordering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 november 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zutphen. De appellant, die in deze zaak niet is verschenen, had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank die zijn beroep tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Harderwijk ongegrond had verklaard. Dit besluit betrof de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van de appellant tegen de medeterugvordering van bijstandsuitkeringen, die was ontstaan door het verzwijgen van een gezamenlijke huishouding.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant eerder was aangesproken op zijn hoofdelijke aansprakelijkheid voor de terugbetaling van bijstand over een periode van meer dan twee jaar. De rechtbank had geoordeeld dat het bezwaar van de appellant tegen de medeterugvordering terecht niet-ontvankelijk was verklaard, omdat de besluitvorming over de hoofdelijke aansprakelijkheid al onherroepelijk was geworden. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank volledig overgenomen en is tot de conclusie gekomen dat het hoger beroep van de appellant niet kon slagen.
De Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen, en heeft de aangevallen uitspraak bevestigd. Dit betekent dat de eerdere beslissing van de rechtbank in stand blijft, en de appellant geen recht heeft op de door hem gevraagde terugbetaling van de bijstandsuitkering. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige bezwaarprocedures en de gevolgen van het verzwijgen van relevante informatie in het kader van sociale zekerheidsrecht.