ECLI:NL:CRVB:2005:AU7520
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. van Leeuwen
- H.J. Simon
- N.J. Haverkamp
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van kinderbijslag door de Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 december 2005 uitspraak gedaan in het hoger beroep van verzoeker, die een herziening vroeg van een eerdere uitspraak over kinderbijslag. Verzoeker, wonende in Marokko, had op 12 augustus 2004 verzocht om herziening van de uitspraak van 9 juli 2004, waarin de Raad had geoordeeld dat gedaagde, de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank, terecht geen bijzondere omstandigheden had aangenomen om af te wijken van de wettelijke termijn voor kinderbijslag. De Raad heeft vastgesteld dat de gedaagde de taken van de Sociale Verzekeringsbank heeft overgenomen en dat verzoeker in zijn verzoek om herziening geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die onder artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht vallen.
Tijdens de zitting op 21 oktober 2005 was verzoeker niet aanwezig, terwijl gedaagde zich liet vertegenwoordigen door J.Y. van den Berg. De Raad heeft in eerdere uitspraken al benadrukt dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, tenzij er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden. Verzoeker had aangevoerd dat hij kinderbijslag wenste vanaf 1991, maar de Raad oordeelde dat deze stelling niet voldeed aan de vereisten van artikel 8:88 Awb. De Raad concludeerde dat het verzoek om herziening moest worden afgewezen, zonder termen aanwezig te achten voor toepassing van artikel 8:75 Awb.
De uitspraak werd gedaan door mr. H. van Leeuwen als voorzitter, met mr. H.J. Simon en mr. N.J. Haverkamp als leden, en mr. M.F. van Moorst als griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 2 december 2005, waarbij de Raad de aanvraag tot herziening afwees.